Handleiding
Houd rekening met het maximale breukmoment voor elke draad-Ø in de respectievelijke DoP / ETA
Schroeven met boorpunt zijn niet bedoeld voor gebruik met deuvels
Voor hout met een hoog tanninegehalte moeten A4 roestvaststalen schroeven worden gebruikt (bijv. eiken, acacia, lariks, ceder, cassave, merbau, robinia, cumarú, etc.)
Voor Douglas-sparrenhout:v verhoog de min. afstand van de schroeven met 50% in de vezelrichting
Hout met dichtheid ≥ 500 kg/m³ (bijv. Bangkirai) dient voorgeboord te worden met 0,6 - 0,8 x schroefdraad-Ø
Voor schroefverbindingen in dragende houtconstructies moeten de installatiespecificaties van ETA-12/0280 in acht worden genomen
Dragende, keuringsrelevante houtconstructies moeten door een bouwkundig ingenieur worden berekend met de ETA van de aangebrachte schroeven
De bevestiging van thermische isolatie moet ook voldoen aan de lokale voorschriften
Voor het verbinden van materialen op houtbasis met dakisolatiesystemen zijn alleen schroeven met verzonken kop (Ø 6,0) toegestaan
Om het draagvermogen verder te vergroten, mogen sluitringen volgens ETA-12/0280 worden gebruikt
Voor bevestiging op het dak moeten de schroeven in één keer, zonder voorboren, door latten en thermisch isolatiemateriaal in de dakspant worden gedraaid (ETA-12/0280: A.1.4. Installatievoorschriften)
Breedte dakspant: min. 60 mm
Schroef-/hartafstand: max. 1750 mm
Isolatiedikte: min. 300 mm / drukisolatiesterkte: min. 0,05 N/mm²